34175 |
het kalf afdraaien |
afhalen:
āfhǭlǝ (L269p Blerick)
|
Het kalf met mechanische middelen ter wereld helpen. [N 3A, 54a]
I-11
|
19638 |
het licht aandoen |
licht aansteken:
leeg aansteake (L269p Blerick)
|
Wat zegt u tegen \'het licht aansteken\'? (aandoen, aanmaken, aandraaien) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
34005 |
het paard leiden |
leiden:
lęi̯ǝ (L269p Blerick),
op de leis varen:
op de leis varen (L269p Blerick)
|
Het paard leiden of mennen door het met de teugels te sturen. Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [N 8, 100 en 101b; Wi 25; monogr.]
I-10
|
25378 |
het ruggemerg doorsnijden of -steken |
de nek doorsnijden:
dǝ nɛk dōrsni-jǝ (L269p Blerick),
knikken:
knekǝ (L269p Blerick)
|
Het ruggemerg doorsnijden of -steken, opdat het dier sneller doodgaat. [N 29, 38; N 28, 6; monogr.]
II-1
|
25423 |
het varken ophangen |
op de ladder:
op tǝ lɛjǝr (L269p Blerick)
|
Het varken wordt liggend op de rug op de ladder vastgebonden. Een stok wordt tussen de poten en het been van de achterste poten doorgestoken en vastgebonden aan de bovenste sporten van de ladder. [N 28, 67; monogr.]
II-1
|
32282 |
het vat met vuur verwarmen |
stoken:
stǭkǝ (L269p Blerick)
|
Het vat boven een brandend vuur plaatsen met als doel de duigen te verwarmen waardoor ze soepel en buigzaam worden en de kuiper het vat zijn ronde vorm kan geven. In een aantal plaatsen werd het vuur op een rooster of in een kachel aangelegd. De open onderkant van het vat werd vervolgens boven deze vuurhaard geplaatst. Zie ook het volgende lemma. [N E, 28b]
II-12
|
32280 |
het vat met water verwarmen |
koken:
kǭkǝ (L269p Blerick)
|
Het gehele vat, waarvan de ene helft al voorzien is van sluitbanden, in kokend water plaatsen of het vat met kokend water bestrijken. Op deze wijze worden de duigen aan de onderkant soepel en buigzaam gemaakt zodat de kuiper het vat zijn ronde vorm kan geven. Hij gebruikt daarvoor de kuipersvijs en/of de sluitbanden. Het koken van het vat werd vooral gedaan als er dikke duigen moesten worden bewerkt. In Heel (L 328), Kortessem (Q 74) en Maastricht (Q 95) was dit niet gebruikelijk. [N E, 28a]
II-12
|
32273 |
het vat opzetten |
de duigen neveneen zetten:
[de duigen] nē̜vǝnęjn zetǝ (L269p Blerick)
|
De duigen met behulp van een voorlopige opzetband overeind zetten. De eerste duig die de kuiper plaatst wordt met behulp van een opzetklem vastgezet. Daarna worden de andere duigen binnen de opzetband geplaatst totdat de ring gevuld is. Dan kan de opzetklem verwijderd worden. [N E, 25]
II-12
|
25443 |
het vlees in stukken snijden |
stukkeren:
støkǝrǝ (L269p Blerick)
|
Als één der helften van het gekloofde dier verwerkt wordt, snijdt men deze eerst in enkele grote, wat handzamer stukken. [N 28, 98; monogr.]
II-1
|
25441 |
het vlees laten besterven |
afkoelen:
āfkø̄lǝ (L269p Blerick),
afsterven:
āfstø̜rǝvǝ (L269p Blerick),
āfstɛrvǝ (L269p Blerick),
āfstɛrǝvǝ (L269p Blerick),
opdrogen:
ǫpdrȳ.gǝ (L269p Blerick),
stijf worden:
st ̇īf wē̜re (L269p Blerick)
|
Na het verwijderen der ingewanden e.d. en het schoonmaken laat men het vlees hangen om het te laten afkoelen en opstijven. De volgende dat wordt het verder verwerkt. Enerzijds is dit een eis van de keuringsdienst (eventuele ziektes e.d. zijn dan makkelijker te constateren), anderzijds komt dit besterven volgens velen de smaak van het vlees ten goede. [N 28, 95; monogr.]
II-1
|