e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jokeren (kaartspel) add. amerikaans jokeren: amerikaans jokere (Blerick) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
jong (bn.) jong: ⁄t kind is nag jonk (Blerick) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong en kaal vogeltje adj. kaal: kaal (Blerick) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: jonk (Blerick), joŋk (Blerick), jônk (Blerick), b.v. hond  ’n jónk (Blerick), klein beestje: klein bīēsje (Blerick), kwak: vogel  ’n kwak (Blerick) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] || klein beestje [DC 37 (1964)] I-11, III-4-2
jong van een rund jong: jǫŋk (Blerick), kalfje: kalfje (Blerick) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Blerick), bax (Blerick), baggen (mv.): baqǝ (Blerick), bagje: bɛkskǝ (Blerick), kleintje: kleintje (Blerick), krulstaart: krulstaart (Blerick), kuusje: kuskǝ (Blerick) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem bliek: bleek (Blerick, ... ), bliek (Blerick) De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)] III-4-2
jonge gans gansje: gɛnskǝ (Blerick) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit geitenlammetje: gęi̯tǝlɛmkǝ (Blerick), geitje: geitje (Blerick), lammetje: lɛmkǝ (Blerick) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kat katertje: (mannelijk).  kaeterke (Blerick), katje: ketje (Blerick), poesje: poeske (Blerick) Hoe noemt u een jong katje? (jongske, katje) [N 104 (2000)] III-2-1