25581 |
opbollen |
in de opbol leggen:
en dǝ opbǫl lęgǝ (L269p Blerick),
opbollen:
opbollen (L269p Blerick)
|
De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te beïnvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.]
II-1
|
25632 |
opbollen van het beschuitdeeg |
opbollen:
opbollen (L269p Blerick)
|
[N 29, 59a]
II-1
|
21880 |
opbrengst |
opbrengst:
opbringə (L269p Blerick)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33205 |
opbrengst van een aardappelstruik |
bos:
bus (L269p Blerick)
|
Bij het woordtype kooksel wordt opgemerkt: "eigenlijk voldoende om éénmaal van te eten". [N 12, 19]
I-5
|
17897 |
opeenschuiven |
opeenschuiven:
opein schuuve (L269p Blerick),
schuiven:
schuive (L269p Blerick)
|
stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21548 |
openbare verkoop |
veiling:
(= openbare verkoop).
veiling (L269p Blerick),
verkoop:
eine verkoup (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21150 |
openbare weg |
grote weg:
groete waeg (L269p Blerick),
hoofdweg:
houfwaeg (L269p Blerick),
klinkerweg:
klinkerwaeg (L269p Blerick),
openbare weg:
aopenbare waeg (L269p Blerick)
|
een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18199 |
openbroek met linten |
boks:
boks (L269p Blerick)
|
vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23457 |
opening in een galmgat |
gat:
gaat (L269p Blerick)
|
Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18163 |
opereren |
opereren:
Bij vee: snieje.
operere (L269p Blerick),
snijden:
snieje (L269p Blerick)
|
Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|