e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pop, vrouwelijke zangvogel pop: pop (Blerick), pōp (Blerick), wijfje: moet wel foutief zijn  wiefke (Blerick) mannelijke zangvogel (tersel) [N 83 (1981)] || vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)] III-4-1
poppenspel marionetten: marionette (Blerick), marionettenspel: marjonettespel (Blerick), poppenkast: poͅpəkas (Blerick), poppenspel: poͅpəspeͅl (Blerick) De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] III-3-2
populier (alg.) canadas: canadas (Blerick), populier: populier (Blerick, ... ) De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || populier [SGV (1914)] III-4-3
porseleinbloempje schilderverdriet: idiosyncr.  schilderverdriet (Blerick) Porselein bloempje (saxifraga umbrosa). Het porselein bloempje, ook Judastranen geheten, doet dienst als dankbaar zaadplantje in niet al te natte en donkere tuinen, dat bij ons goed voort wil, maar bij strenge vorst, zonder sneeuwbedekking, meestal afster [N 92 (1982)] III-2-1
portemonnee, beurs beurs: béurs (Blerick), portemonnee (<fr.): portemene (Blerick) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1
pos jood: enne joed (Blerick), joodje: ’n juudje (Blerick) Hoe noemt u de pos: een zoetwatervis met een groenachtige bruine rug. De onderzijde is zilverwit. Hij is overdekt met bruine vlekjes, ook op de vinnen. Beide rugvinnen zijn door een vlies met elkaar verbonden. Hij kan ongeveer 20cm lang worden (post, pos, [N 83 (1981)] III-4-2
postbode briefdrager: breefdraeger (Blerick), post: de pos (Blerick), poͅs (Blerick), postbode: posbode (Blerick), postbode (Blerick) de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND] III-3-1
postkoets postkoets: poskoets (Blerick), postkoets (Blerick), reiskoets: reiskoets (Blerick) een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)] III-3-1
postzegel postzegel: poszeegel (Blerick), poszegel (Blerick, ... ) het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] III-3-1
poten poten: pǭtǝ (Blerick) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5