e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraaltjes kraaltjes: krɛləkəs (Blitterswijck) kraaltjes [RND] III-3-2
kraambed kinderbed: kīēnderbed (Blitterswijck) kraambed III-2-2
kraanvogel kroenekraan: kroenekraan (Blitterswijck), kroeënekraan (Blitterswijck) kraanvogel [SGV (1914)] III-4-1
krabben kratsen: kratse (Blitterswijck) krabben [SGV (1914)] III-1-2
krabber schrabber: schrabber (Blitterswijck) Een meestal kegelvormig metalen werktuig met scherpe onderrand waarmee men de geweekte varkensharen verwijdert. Aan de bovenkant van de krabber bevindt zich een haak waarmee men de na het krabben achtergebleven lange haren uittrekt of de nagels afrukt. Omdat men een krabber vaak zelf maakt of laat maken van restanten van ander, niet meer bruikbaar gereedschap (bv. het blad van een schoffel) komen allerlei vormen voor. Voor het mes waarmee men de geweekte ha-ren en opperhuid van het varken verwijdert zie men het lemma ''mes''. Zie afb. 6. [N 28, 28a; N 28, 36; monogr.] II-1
kram sloop: slȳǝp (Blitterswijck) U-vormig gebogen ijzerdraad die aan beide einden van een punt is voorzien. [N 54, 18; monogr.] II-12
kramer kramer: krèmmer (Blitterswijck) kramer [SGV (1914)] III-3-1
krant gazet (<fr.): weinig  gezet (Blitterswijck), krant: krant (Blitterswijck) krant [SGV (1914)] III-3-1
krassen schramen: schrö-me (Blitterswijck) krassen [SGV (1914)] III-4-4
kreeft kreeft: krift (Blitterswijck), ee zweemt naar i  krĕĕft (Blitterswijck) kreeft [SGV (1914)] III-2-3