31338 |
schramen |
aftekenen:
šrø̜ǝmǝ (Q121p Kerkrade),
aftekenen met behulp van een kruishout:
šr ̇ǭmǝ (Q119p Eygelshoven),
kolen, kool delven:
šr ̇ø̜ǝmǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Laura, Julia]),
krassen:
schrieme (Q105p Heer),
schriemen (Q088p Lanaken),
schrièmen (Q247p Sint-Martens-Voeren),
schroeum (L248p Lottum),
schrö-me (L215p Blitterswijck),
schrø͂ͅme (L246a Swolgen),
sjrie:me (Q196p Mheer),
sjriemen (Q012p Rekem),
sjrième (Q101p Valkenburg),
sri-mə (Q172p Vroenhoven),
šriəmə (Q012p Rekem),
šrīmə (Q088p Lanaken),
Fr. ; soeur
schroeume (L248p Lottum),
meetje steken:
schremme/schreumme (Q094p Hees),
schreume (P176p Sint-Truiden, ...
P227p Vorsen),
schruje-me (Q078p Wellen),
schrume (met geld naar een lijn werpen) (P189p Rijkel),
schrèume (Q078p Wellen),
shreme (Q086p Eigenbilzen),
sjreume (Q102p Amby, ...
Q193p Gronsveld,
Q032p Schinnen),
sjrōͅmə (Q198p Eijsden),
sjräöme (Q188p Kanne, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen),
sjrëume (Q193p Gronsveld),
sjrø͂ͅmə (Q109p Hulsberg),
Er werd een lijn op de grond getrokken van ongeveer 50 cm en op 5 m werd een werplijn getrokken. Vanaf deze lijn werd er met muntstukken gegooid om het kortst bij de andere lijn te liggen. Dit mocht men vijfmaal herhalen.
shréme (Q086p Eigenbilzen),
stöpke sjete-
sjräöme- (Q188p Kanne),
Sub keingerspeile.
schreume of baar (P176p Sint-Truiden),
Vanop n drietal meter werd met n geldstuk, doch meestal met kroonkurken (want de jongens hadden geen geld) naar n lijn gegooid; wiens geldstuk of "sjötelke"op de lijn of er het dichtst bijlag, had gewonnen (deze "sjötelkes"werden bij de plaatselijke herbergiers opgehaald).
sjreuime (Q074p Kortessem),
Vroeger schreumden de mensen veel s avonds op de trottoirs.
schrøəmə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
meetje steken add.:
sjröame (Q121p Kerkrade),
vol:
šrǭmǝ (Q192p Margraten)
I-2, II-11, II-12, II-5, III-3-2, III-4-4
|
|