e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
toegang tot akker opvaart: op˲vārt (Blitterswijck), voergat: vurgat (Blitterswijck) [N 11, 8] I-8
toegangsweg naar het erf laan: lān (Blitterswijck), vaart: vārt (Blitterswijck) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
toer toer: tūr (Blitterswijck) Geplooid lint met witte of licht-rose bloemen bezet dat over de muts werd gedragen. In Meijel waren het dubbele linten. Vaak ging de benaming toer over op hele muts. Het verspreidingsgebied van de toer is voornamelijk Noord-Limburg. Vergelijkbaar met de toer is de Noordbrabantse poffer. [N 61, 2a A; monogr.] II-7
toilet achter: āxtər (Blitterswijck), bestekamer: bēͅstə kāmər (Blitterswijck), huisje: hyskə (Blitterswijck, ... ), schijthuis: sxithys (Blitterswijck) schijthuis, plat voor W.C. || toilet, w.c. || w.c. || w.c., toilet || wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1
tol betalen barrier (<fr.) betalen: brier betale (Blitterswijck) tol betalen [SGV (1914)] III-3-1
tolgaarder barrierpachter: brier-paach-ter (Blitterswijck) tolgaarder [SGV (1914)] III-3-1
tondeldoos tondeldoos: tontəlduəs (Blitterswijck) tondeldoos III-2-1
tonen tonen: teuene (Blitterswijck) tonen [SGV (1914)] III-1-1
toonbank toon: teun (Blitterswijck) toonbank [SGV (1914)] III-3-1
torenspits top: den toep van den tore (Blitterswijck) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3