e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

Gevonden: 2572
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwingen dwingen: dwinge (Blitterswijck) dwingen III-1-4
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel schanseriek: sxānsǝrīk (Blitterswijck) [N 18, 24] I-5
echtgenoot mens: mins (Blitterswijck), mīns (Blitterswijck) [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || echtgenoot III-2-2
eed eed: ie-ed (Blitterswijck) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekkats: eengkats (Blitterswijck), eekkatsje: inkketske (Blitterswijck) eekhoorn || eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2
eelt, eeltknobbel zwel: zweel (Blitterswijck) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] III-1-2
eeltwrat, zweelwrat wrat: vrat (Blitterswijck) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een aanmerking maken uitpoeieren: ütpoeiere (Blitterswijck), uitpoetsen: ütpoetse (Blitterswijck) uitkafferen, de les lezen || uitvegen, de les lezen III-1-4
een borrel drinken heffen: høͅfə (Blitterswijck), paven: pāvə (Blitterswijck), proeven: pryvə (Blitterswijck), tutteren: tøtərə (Blitterswijck) drinken inz. alcohol || drinken, borrelen || drinken, i.c. alcohol || veel alcoholische dranken, speciaal jenever, drinken III-2-3
een boterham smeren een boterham smeren: əm botəram smē̝ͅrə (Blitterswijck) smeren [RND] III-2-3