e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong van een dier jong: joŋk (Bocholt) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.] I-11
jong van een rund kalf: kalf (Bocholt) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bag (Bocholt), bak (Bocholt), bax (Bocholt), baggen (mv.): bage (Bocholt), bagje: bękskǝ (Bocholt), bɛkskǝ (Bocholt), varkentje: vɛrekskǝn (Bocholt) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans jonge gans: joŋ gans (Bocholt) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit geitje: gęi̯tjǝ (Bocholt), lam: laǝmp (Bocholt) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip jonge hen: joŋ hen (Bocholt), pul: pøl (Bocholt) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge koorzanger zangertje: zengerke (Bocholt) Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)] III-3-3
jongen met wie een meisje verkering heeft liefste: leefste (Bocholt), vrijer: vriejer (Bocholt) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is aanstaande: aanstaande  aanstoanzje (Bocholt) verloofde III-2-2
jongensblouse bloes: bloes (Bocholt) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3