e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klinken klatsen: klatse (Bocholt), klinken: klinke (Bocholt), luiden: loeëje (Bocholt) Klinken: een goed hoorbaar, luid of helder geluid voortbrengen (klinken, luiden, klabetteren, klawettern) [N 108 (2001)] III-1-1
kloeken klokken: klǫkǝ (Bocholt) Geluid voortbrengen, gezegd van een broedse kip. [N 19, 47; monogr.] I-12
klokhuis keets: keets (Bocholt), kits: kêêts (Bocholt), klokhuis: klokhūs (Bocholt), klokkenhuisje: klokkenhuiske (Bocholt) klokhuis (het binnenste van een appel) [ZND 17 (1935)] || klokhuis van appel of peer I-7, III-2-3
klokje op het priesterkoor grote bel: groete bel (Bocholt), kleine bel: klein bel (Bocholt) Het klokje, de grote bel of de gong op het priesterkoor, waarmee het begin en het einde van de dienst wordt aangegeven. [N 96A (1989)] III-3-3
klokkenluider luider: loejers (Bocholt) De personen die tijdens de grote processie de klokken luiden. [N 96A (1989)] III-3-3
klokkenstoel klokkenstoel: klokkestool (Bocholt) De stellage, het toestel waarin de klok hangt [klokkegalg, klokkestoel]. [N 96A (1989)] III-3-3
klokkentouw klokkenzeel: klokkezieel (Bocholt) Het touw om de klok te luiden [klokketouw, klokkereep, klokkezeel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
klokrok klokrok: klokrok (Bocholt) Welke soorten kent U? Beschrijf hoe ze er uit zien (klokrok of geerrok, plooirok, hoepelrok etc.?)? [N 62 (1973)] III-1-3
klomp klomp: klomp (Bocholt, ... ), klompen (Bocholt), kloomp (Bocholt), klōmp (Bocholt) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)] II-12, III-1-3
klompschoen klompenschoen: kloompəsjoon (Bocholt) klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)] III-1-3