34608 |
onderbak |
bak:
bak (L317p Bocholt)
|
Onder de kar opgehangen laadvloertje. [N 17, 86]
I-13
|
25496 |
onderbeschuit |
onderkant:
onjǝrkant (L317p Bocholt)
|
Er was gevraagd naar de "onderkant van de beschuit". Het kan echter zijn dat een enkel woordtype duidt op "beschuit die van het onderste gedeelte van de beschuitbol wordt gebakken". [N 29, 65b]
II-1
|
18401 |
ondergoed |
ondergoed:
oondergood (L317p Bocholt),
Spelling: <`> = sjwa.
ònd`rgood (L317p Bocholt),
onderkleren:
ònderkleijər (L317p Bocholt)
|
Ondergoed, het algemene, gewone woord voor de onderkleding. [N 114 (2002)] || ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
32731 |
ondergronden, woelen |
wroeten:
vrø̄tǝ (L317p Bocholt)
|
Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b]
I-1
|
33947 |
onderhaam |
onderhaam:
ōndǝrhām (L317p Bocholt)
|
Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.]
I-10
|
21579 |
onderhandelen |
in beding zijn:
ps. omgespeld volgens Frings.
en bədeŋ sēn (L317p Bocholt),
onderhandelen:
ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a (van "...han...") staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?
oͅndərhandələ (L317p Bocholt)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18257 |
onderhemd |
hemd:
homə (L317p Bocholt),
humə (L317p Bocholt),
lijfje:
lifkə (L317p Bocholt)
|
hemd (enkelvoud - meervoud) [ZND m] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18313 |
onderjurk |
onderkleed:
ondərkleͅt (L317p Bocholt)
|
onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)]
III-1-3
|
25492 |
onderkant van het brood |
onderkorst:
ondǝrkǫrst (L317p Bocholt)
|
[N 29, 54b; monogr.]
II-1
|
19395 |
onderkussen, peluw |
pulm:
pullem (L317p Bocholt),
hoofdmatras of langwerpig onderkussen
pöllem (L317p Bocholt),
pölm (L317p Bocholt)
|
het langwerpig kussen dat op de matras en onder het eigenlijke hoofdkussen ligt (Fr. traversin) [ZND 27 (1938)] || peluw
III-2-1
|