e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sint-maarten sint-maarten: sint maarten (Bocholt), sint marten (Bocholt), sint meerten (Bocholt) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-2
sint-maartensvuur sint-maartensvuur: st maartensvuur (Bocholt, ... ) Welk jaarvuur kent (kende) men bij u (b.v. Vasten-, Paas-, of St.-Maartensvuur)? [ZND 17 (1935)] III-3-2, III-3-3
sint-pieter te rome sint-pieter: sint pîeter (Bocholt) Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)] III-3-3
sint-vincentiusvereniging sint-vincentiushulp: st vincentiushulp (Bocholt) De vereniging voor bezoek van thuiszittende armen en ondersteuning daarvan (St. Vincentius). [N 96D (1989)] III-3-3
sintel sintel: zintjele (Bocholt), zintsjelen (Bocholt), steen: stein (Bocholt) Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] || Hoe heten de aaneengeklonterde stukken as die in de kachel overblijven ? [ZND 42 (1943)] III-2-1
sinterklaas sinterklaas: Sint`rklaos (Bocholt), sinterklaos (Bocholt) 6 december, Sint Nicolaas, Sinterklaas [tsinterkloaës]. [N 96C (1989)] || Sinterklaas. III-3-2
sjacheraar sjachelaar: ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  šaxəlēͅr (Bocholt), sjacheraar: ps. omgespeld volgens Frings.  šaxərēͅīr (Bocholt) sjacheraar: Iemand die zich aan minderwaardige handel bezondigt [sjatser, sjacheléér? enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
sjacheren sjachelen: ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  šaxələ (Bocholt), sjacheren: ps. omgespeld volgens Frings.  šaxərə (Bocholt) Sjacheren, op verachtelijke wijze handel drijven [sjacheren, sjachelen, sjatsen?] [N 21 (1963)] III-3-1
sjalot sjarlot: šarloͅtə (Bocholt) sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
sjees sjees: šis (Bocholt) Licht en hoog tweewielig rijtuigje voor twee personen met een verstelbare kap. Er is geen aparte bok voor de koetsier. De sjees was voor rijke boeren vaak het voertuig waarmee ze onder meer naar de kerk of naar de stad gingen. De sjees is het bekendste tweewielige rijtuig, vandaar dat de benaming "sjees" ook wel vermeld werd als naam voor het tweewielig rijtuig in het algemeen. [N 17, 5; N 101, 1, 3, 4, 8, 15; N G, 51; L 1a-m; L 36, 70; S 18, 30; monogr] I-13