33594 |
tomaat |
tomaat:
temat (L317p Bocholt),
tomat (L317p Bocholt),
tomatə (L317p Bocholt)
|
[ZND 34 (1940)]tomaat || tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
19542 |
tondeldoos |
tondeldoos:
tōnəldus (L317p Bocholt)
|
tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
22658 |
toneelspel |
concert (fr.):
kónzaer (L317p Bocholt),
spel:
spe:l (L317p Bocholt),
toneel:
t`nieël (L317p Bocholt)
|
[I.] Toneel. || een voorstelling door een toneelgroep [spel] [N 112 (2006)] || Toneel.
III-3-2
|
17727 |
tonen |
laten kijken:
laote kieke (L317p Bocholt),
tonen:
toeëne (L317p Bocholt)
|
Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
tong:
toŋ (L317p Bocholt),
z`n tong is aangelaoien (L317p Bocholt)
|
tong [N 10b (1961)] || Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
Spelling: <`> = sjwa.
tòng (L317p Bocholt)
|
Tong van de schoen. Een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
34588 |
toot |
staart:
start (L317p Bocholt),
tompen:
tømp (L317p Bocholt)
|
Elk van de uitstekende delen van de berries (bij de hoogkar) of de bakbomen (bij de slagkar) achter aan de kar. De opgaven van de woordtypen top, stoot en stots zonder meervoudsuitgang zijn als meervoudig geïnterpreteerd wegens hun velair vocalisme. Door het ontbreken van een mogelijke enkelvoudige tegenopgave, is het echter mogelijk dat het hier om enkelvoudsopgaven gaat. Met het woordtype staart wordt het geheel aangeduid, in tegenstelling tot de andere woordtypen, waarmee elk deel afzonderlijk wordt benoemd. [N 17, 28 + 37a; N G, 59a; monogr]
I-13
|
23464 |
torenhaan |
t hantje van dn taore?].:
toerenhaan (L317p Bocholt)
|
De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23456 |
torenspits |
torenspits:
toerespits (L317p Bocholt)
|
De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23300 |
torenuurwerk |
kerkklok:
kerrikklok (L317p Bocholt)
|
Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|