e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloem (alg.) bloem: blomən (Bocholt), bloom (Bocholt), bloemetje: bleemke (Bocholt), roos: ruus (Bocholt) bloem || bloem, dim. || bloem, roos || bloemen [RND] III-4-3
bloem mengen half en half: hǭwf en hǭwf (Bocholt) De verschillende soorten bloem die de bakker koopt, gaat hij mengen met het doel een zo goed mogelijk product te verkrijgen. Hij meleert de verschillende soorten bloem in bepaalde verhoudingen. Dit kan het beste gebeuren in de z.g.n. meleermachine. Men kan niet zo maar de verschillende bloemsoorten bij elkaar storten. Moet men met de hand mengen, dan is vereist de verschillende soorten eerst door elkaar te mengen. Stort men de bloem in de deegmachine , dan moet men deze enkele minuten laten draaien, waardoor men de soorten voldoende mengt (Schoep blz. 38) II-1
bloem van zeer harde, droge tarwekorrels tarwebloem: tɛrfblōm (Bocholt) Over het algemeen kan men zeggen dat harde tarwe buitenlandse tarwe is en inlandse tarwe zachte (Schoep blz. 7). [N 29, 15a] II-1
bloementuin bloemenhofje: bloomenheufke (Bocholt), tuin: toenp (Bocholt) [Willems (1885)]bloemenhof [ZND 27 (1938)] I-7
bloemknop bot: bot (Bocholt, ... ), knop: knop (Bocholt, ... ) bot, knop [ZND 34 (1940)] || knop [ZND 34 (1940)] III-4-3
bloemkuip bloemkar: blōmkār (Bocholt) De kuip waarin de bloem bewaard wordt. [N 29, 17] II-1
bloemperk bedje: beͅtjə (Bocholt) [Goossens 1b (1960)] I-7
blussen blussen: blussen (Bocholt) blussen [ZND 23 (1937)] III-3-1
bluts bluts: bluts (Bocholt), dompel: dump’l (Bocholt) Deuk: een buiging in een effen oppervlak door een stoot veroorzaakt (buts, duts, bluts, dumpel) [N 108 (2001)] III-1-2
blutsen blutsen: blutsen (Bocholt) De appels niet blutsen. [ZND 21 (1936)] III-1-2