e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterige kost schotelwater: Ze zatten òs doa wat sjutelwater viêr, buu deste Maastreecht kos duur zeen (zo dun was ze)  sjutelwater (Bocholt) zeer dunne soep III-2-3
waterketel, moor moor: mūr (Bocholt, ... ), De muur stòng oppe stoaf te zòngele  muur (Bocholt), m.  mū(ə)r (Bocholt) de gewone ketel om water te koken (fr. bouilloire) [ZND 36 (1941)] || waterketel || waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)] III-2-1
waterpokken windpokken: winsjpokke (Bocholt) Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 107 (2001)] III-1-2
waterput put: pøt (Bocholt, ... ), waterput: waterput (Bocholt) [N 12 (1961)] [RND 08] [ZND 32 (1939)] I-7
waterring van de mijt waterlaag: wā.tǝrlǭx (Bocholt) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
watersnip snep: snep (Bocholt) watersnip III-4-1
waterzucht waterzucht: waaterzucht (Bocholt) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zuch(t), het water, waterzuch(t), vocht). [N 107 (2001)] III-1-2
wbd: afzeggen tenietdoen: ps. omgespeld volgens Frings.  də kōͅu̯p tənēt dōn (Bocholt), van niks zijn: ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a (van "van") staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  də kōͅu̯p is van neks (Bocholt) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek duur zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  d"r (Bocholt), goed trekken: ps. omgespeld volgens Frings. Boven de \\ staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  zə trə⁄kə gōt (Bocholt) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten laten zitten: ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "a met een rondje erboven"(omgespeld: a) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "a met een rondje erboven"omgespeld.  la~tə zetə (Bocholt), woorden intrekken: ps. omgespeld volgens Frings.  wurdə en trəkə (Bocholt), zijn kat sturen: ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a (van "kat") staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  zi(ə)n kat støͅrə (Bocholt) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1