e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
castagnetten kleppers: klepp`r (Bocholt) de twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten] [N 112 (2006)] III-3-2
castreren pitsen: petsǝ (Bocholt), snijden: snii̯.ǝ (Bocholt), sniǝ (Bocholt), snīǝ. (Bocholt) Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11, I-12, I-9
catechismus catechismus: kattegismès (Bocholt) De katechismus, de christelijke leer, de kristenleer, de kinderleer [de kienderlieër, kristelier]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusboekje catechismus: kattegismès (Bocholt) Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusles catechismus: kattegismès (Bocholt) Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)] III-3-3
ceintuur riem: reem (Bocholt) Hoe noemt U: een ceintuur (band, sjerp?) [N 62 (1973)] III-1-3
cementen strekel cementen streek: sǝmę.ntǝ [streek] (Bocholt) Houten lat van ongeveer 40 cm., waarop aan beide zijden een laagje cement (amaril) is aangebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 4. Waar het woord(deel) streek of strekel identiek is aan de opgave voor "strekel" in dezelfde plaats, wordt door middel van de notatie (streek) of (strekel) voor de fonetische documentatie verwezen naar het lemma ''strekel''. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 80 en 82] I-3
cent cent: ps. omgespeld volgens Frings.  seͅnt (Bocholt) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
centiem halve cent: ps. omgespeld volgens Frings.  havə seͅnt (Bocholt), ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a (van "ha?v\\") staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  ənə hau̯və seͅnt (Bocholt) koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
chagrijn chagrijn: det jònk is ein echt sjadreng viêr zi-jn auwers  sjadreng (Bocholt), mistroostig: Syn. mismodig hèè kèèk al ève mismodig noa al det mistriêstig gedoons  mistriêstig (Bocholt) chagrijn, bitter verdriet || mistroostig III-1-4