e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speeksel uitspuwen spijen: schpujen (Bocholtz), sjpujje (Bocholtz), ṣpö.yjə (Bocholtz) (speeksel uit)spuwen [RND] || spuwen: speeksel uitspuwen [spiertse, spaowe, tuffe, spuige, speken] [N 10 (1961)] III-1-1
speelgoed speelzaken: sjpieëlzaache (Bocholtz) Speelgoed. III-3-2
speelkaart kaart: kaat (Bocholtz) Kaart. III-3-2
speen van de koe deem: dēm (Bocholtz) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spekpannenkoek spekpannenkoek: Syst. Veldeke  sjpekpannekoch (Bocholtz) Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
spel (alg.) spel: sjpel (Bocholtz) Spel. III-3-2
spelen (alg.) hellen: helle (Bocholtz), spelen: sjpieële (Bocholtz) 2. Het spelen van spelletjes. || Spelen. III-3-2
spie kijl: kīl (Bocholtz) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3
spier muskel (du.): ing moeskel (Bocholtz) pees, spier [N 10 (1961)] III-1-1
spijbelen de school versteken: dat kink had jister de sjoël versjtoache (Bocholtz) wegblijven van school: Hoe noemt men heimelijk, zonder medeweten van de ouders, ---? [DC 24 (1953)] III-3-1