e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholtz

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwerpselen commissie: inge kommies (Bocholtz), kak: kak (Bocholtz), keutel: kuttele (Bocholtz), stronts: sjtrongs (Bocholtz), stroongs (Bocholtz) uitwerpselen [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
uitwerpselen van het paard paardskeutelen: pē̜tskø̄tǝlǝ (Bocholtz) [A 9, 24b] I-9
uitwerpselen van koeien koeflat: kou̯flat (Bocholtz) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
unster pondel: pungel (Bocholtz) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
urine pis: pis (Bocholtz, ... ), water: wasser (Bocholtz), zeik: zeek (Bocholtz) urine [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
urineren de aardappels afschudden: ähpel aafsjudde (Bocholtz), pissen: pisse (Bocholtz), pissen (Bocholtz), plassen: plasse (Bocholtz), water maken: wasser maache (Bocholtz), zeiken: zeeke (Bocholtz) urineren [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
vaalbonte koe vale koe: vāl [koe] (Bocholtz) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131b] I-11
vaandel vaan: vaan (Bocholtz) 1. Vlag. III-3-2
vaandeldrager vanendrager: vanedreëger (Bocholtz) Vaandeldrager. III-3-2
vaars rind: reŋk (Bocholtz), vaars: vɛǝš (Bocholtz), vaarsje: vēsjǝ (Bocholtz) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11