e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholtz

Overzicht

Gevonden: 2628
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duizelig dol: dol (Bocholtz), duizelig: duuzelich (Bocholtz, ... ), schwindlig (du.): swiendelich (Bocholtz) dol worden, iemand die lang heeft of is rondgedraaid [N 07 (1961)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] || duizelig worden, iemand die een harde slag op zijn hoofd heeft gekregen [N 07 (1961)] III-1-2
duizendpoot duizendpoot: Veldeke  dōēzendpōēt (Bocholtz) duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)] III-4-2
dun sneetje brood dunne schijf: Syst. Veldeke Worst: dun sjief  dun sjief (Bocholtz), dunne snede: Syst. Veldeke Brood: dun sjnei  dun sjnei (Bocholtz) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
dunne melk blauwe melk: blǫw melǝx (Bocholtz) Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74] I-11
dunne sjaal dunne sjaal: dun sjal (Bocholtz), sjaaltje: själtje (Bocholtz) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
dunne wollen kous wollen sok: wolle zukke (Bocholtz) kousen, dunne (wollen) ~ [slekke kousen] [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zijden dameskous zijden hoos: zieje haose (Bocholtz) dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zwarte rouwkous dunne zwarte hoos: dun sjwatse haose (Bocholtz) kousen, dunne zwarte ~ gedragen in de rouwtijd [N 24 (1964)] III-1-3
duwen duwen: dèùüjə (Bocholtz) duwen [RND] III-1-2
dwarsbalk van de hooihark hoofd: hø̄t (Bocholtz) De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b] I-3