32772 |
dwarsbalkjes, egscheien |
warsbalken:
węi̯š˱bęlǝk (Q211p Bocholtz)
|
De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.]
I-2
|
19504 |
dweil |
schroblommel:
šrupluməl (Q211p Bocholtz)
|
grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
schrobben:
šrubə (Q211p Bocholtz)
|
stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
33217 |
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel |
bladgaffel:
blatjafǝl (Q211p Bocholtz)
|
[N 18, 24]
I-5
|
20391 |
echtgenote |
oud, het -:
gekscherend
’t oud (Q211p Bocholtz),
wijf:
ongunstig
wief (Q211p Bocholtz)
|
(vrouw; ) bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
kwert:
kweite (Q211p Bocholtz),
kwèète (Q211p Bocholtz)
|
eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
inge aflas verdeene (Q211p Bocholtz)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23781 |
een askruisje halen |
assekruisje halen:
aessekrutsje hoale (Q211p Bocholtz)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham smeren:
ən boͅtəram šmīərə (Q211p Bocholtz)
|
smeren [RND]
III-2-3
|
22484 |
een cadeau geven |
geven:
Sub Simpelvelds geëve.
jeëve (Q211p Bocholtz),
schenken:
sjenke (Q211p Bocholtz)
|
Geven; schenken. || Schenken.
III-3-2
|