e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholtz

Overzicht

Gevonden: 2628
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jeuk jeuk: juch (Bocholtz), juuch (Bocholtz) jeuk [N 07 (1961)] || jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2
jeuken jeuken: juuche (Bocholtz), juùke (Bocholtz), kriebelen: kriebele (Bocholtz) jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] || jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jong van een dier jong: joŏng (Bocholtz), joŋ (Bocholtz) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] I-11, III-4-2
jong van een rund jong: jǫŋ (Bocholtz) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Bocholtz), kutte: kytǝ (Bocholtz) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: jø̜̄sjǝ (Bocholtz) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit geitje: jetjǝ (Bocholtz), jētjǝ (Bocholtz) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip pul: pø̜l (Bocholtz) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: jong (Bocholtz) jongen [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft mens: miensj (Bocholtz), vrijer: vreər (Bocholtz) Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2