e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoppen schoppen: schöppe (Boekend) Schoppen: met de uitgestoken voet krachtig treffen (schoppen, trappen, trampen, stampen). [N 84 (1981)] III-1-2
schors (alg.) boomschors: boumschors (Boekend) De buitenste bekleding van een boom (schors, blek, blot, blast). [N 82 (1981)] III-4-3
schors van naaldbomen boomschors: boumschors (Boekend) De schors van naaldbomen (schel). [N 82 (1981)] III-4-3
schorseneer schorseneer: schorseneer (Boekend) Hoe noemt u: schorseneer (scorzonera hispanica - fam. compositae) [N 71 (1975)] I-7
schotel schotel: bv. vleis  schootel (Boekend) schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schoteltje schoteltje: schuttelke (Boekend) schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)] III-2-1
schouder schouder: schouwers optrekke (Boekend) schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-1
schouderblad schocht: schug (Boekend) Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft). [N 84 (1981)] III-1-1
schoudermanteltje pelerinetje (<fr.): pellerienke (Boekend) schoudermanteltje [pelderien, pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
schram krats: krats (Boekend), schram: schram (Boekend) Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab). [N 84 (1981)] III-1-2