| 17705 |
uitwerpselen |
stront:
stroont (L269b Boekend)
|
uitwerpselen [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 34144 |
uitwerpselen van koeien |
koeflater:
kuflātǝr (L269b Boekend)
|
[N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I]
I-11
|
| 17699 |
urine |
pis:
pis (L269b Boekend, ...
L269b Boekend,
L269b Boekend),
zeik:
zęi̯k (L269b Boekend)
|
urine [N 10c (1995)] || urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
| 17700 |
urineren |
pissen:
pisse (L269b Boekend, ...
L269b Boekend),
pissen (L269b Boekend),
zeiken:
zeike (L269b Boekend),
zęi̯kǝ (L269b Boekend)
|
urineren [N 10c (1995)] || urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
| 34043 |
vaalbonte koe |
vale:
vālǝ (L269b Boekend)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131b]
I-11
|
| 34061 |
vaars |
maal:
mǭl (L269b Boekend),
rind:
reŋk (L269b Boekend)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
| 28963 |
vademen |
(de/een) naald(e) vamen:
dǝ nalt vē̜mǝ (L269b Boekend)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
| 19454 |
vak van een kast |
vak:
vak (L269b Boekend)
|
Deel van een kast dat door schotjes of deurtjes van de rest gescheiden is (vak, loket) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 33221 |
van uitlopers ontdoen |
(scheuten) afdoen:
āfdōn (L269b Boekend)
|
Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.]
I-5
|
| 34088 |
vangplooi |
vlim:
vlem (L269b Boekend)
|
Huidplooi tussen lies en uier. [N 3A, 115]
I-11
|