| 31371 |
vijlen |
vijlen:
vīlǝ (L269b Boekend)
|
Een stuk hout bewerken met de houtvijl. [N 53, 159; A 38, 61; monogr.]
II-12
|
| 24961 |
vijver |
vijver:
viêver (L269b Boekend)
|
klein natuurlijk of gegraven waterbekken, bijv. in een tuin [vijver, wijer, wijert, kuil, poel] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 17665 |
vingers (spotnamen) |
fikken:
fikke (L269b Boekend),
tengels:
tengels (L269b Boekend),
tien geboden:
de 10 gebouje (L269b Boekend)
|
vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 24402 |
visaas |
made:
WLD
maje (L269b Boekend),
pier:
WLD
peer (L269b Boekend)
|
wormpje, borstelig ~ dat als aas wordt gebruikt bij het vissen [sprot-, sprokaos] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 30189 |
vitsen |
vlechten:
vlɛxtǝ (L269b Boekend)
|
Vlechtwerk vervaardigen voor de wanden van gebouwen met vakwerk. In L 318b werd dit werk verricht door de 'tuiner' ('tȳnǝr'). In een aantal plaatsen, bijvoorbeeld in Q 111, leverde ook de strodekker gevlochten wanden voor de huizenbouw. In Q 83 gebruikte men 'hondshout' ('hǫnshōt'), een makkelijk te klieven houtsoort, voor het vlechtwerk van lemen huizen. Zie ook het lemma 'Reephout'. [N 4A, 53g; N F, 56a; monogr.]
II-9
|
| 20727 |
vlaai |
vlaai:
Syst. WBD
vlaai (L269b Boekend)
|
Vla, bekend cirkelvormig gebak met vulling (vlaoj, flaaj, tabbeschaas?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20730 |
vlaai met deegdeksel |
dekselvlaai:
Syst. WBD
dekselvlaai (L269b Boekend)
|
Vla met deksel van deeg (dekselvlaoj, slof, toeslaag?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20731 |
vlaai met reepjes deeg |
streepjesvlaai:
Syst. WBD
streepkesvlaai (L269b Boekend)
|
Vla waarover kruislings reepjes van deeg zijn gelegd (lödderkesvlaa?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20729 |
vlaaienvulling |
spijs:
Syst. WBD
spiês (L269b Boekend)
|
Vruchtenmoes dat op de vla gesmeerd wordt (spijs?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 19602 |
vlaaischotel |
vlaaischotel:
flaaischōtel (L269b Boekend),
flaaischôttel (L269b Boekend)
|
schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)]
III-2-1
|