25225 |
halve maan, eerste kwartier |
eerste kwartier:
íersté keteer (L269b Boekend)
|
schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25219 |
halve maan, laatste kwartier |
laatste kwartier:
lettste keteer (L269b Boekend)
|
schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
32785 |
handeg |
klein eegje:
klęi̯n ē̜xskǝ (L269b Boekend)
|
De termen die in dit lemma bijeen zijn gezet, konden worden geduid als benamingen voor de kleine houten eg die door een persoon wordt voortgetrokken bij de bewerking van een klein perceel of de moestuin. Voor zulk werk kon ook één van de velden van een meerdelige eg worden gebruikt. Voor ''eg'' en ''eg'' zie het lemma ''eg''.' [N 15, 4 add.; N J, 10; A 13, 16b; div.]
I-2
|
17661 |
handen (kindernamen) |
polletjes:
pollekus (L269b Boekend)
|
hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17660 |
handen (spotnamen) |
jatten:
jatte (L269b Boekend),
klauwen:
klauwe (L269b Boekend),
knoken:
knök (L269b Boekend),
tengels:
tengels (L269b Boekend)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
17662 |
handpalm |
palm:
palm van de hank (L269b Boekend)
|
palm van de hand [N 10 (1961)]
III-1-1
|
32831 |
handrol, tuinrol |
klein welletje:
klęi̯n wɛlkǝ (L269b Boekend)
|
Een kleine rol voor gebruik in de tuin of op een klein perceel; deze rol wordt door een persoon voortgetrokken aan een touw dat op twee plaatsen aan het raam bevestigd is, of aan een met het raam verbonden steel met handgreep. Zie de afb. 85 en 86. [JG 1a; N 11A, 186a; A 40, 9f; div.]
I-2
|
18256 |
handschoen |
haas:
hasse (L269b Boekend)
|
handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19566 |
handveger, stoffer |
handveger:
samen met DC 15, 7b
hankvaeger (L269b Boekend)
|
Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)]
III-2-1
|
19373 |
hangslot |
kluister:
kloester (L269b Boekend, ...
L269b Boekend),
kloêster (L269b Boekend),
slot:
slaot (L269b Boekend),
slout (L269b Boekend)
|
Een slot dat aan b.v. een koffer of aan een deur gehangen wordt, met een draaibare beugel (kluister, hangslot, korna ) (=Fr. cadenas) [N 79 (1979)] || hangslot [N 07 (1961)]
III-2-1
|