| 20962 |
selderij |
selderie:
seͅ.ldərii̯ (Q160p Bommershoven)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
| 19778 |
sering |
lammerstaart:
-
lamme(r)staart (Q160p Bommershoven, ...
Q160p Bommershoven),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
lammerstet (Q160p Bommershoven)
|
sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)]
I-7, III-4-3
|
| 24242 |
sijs |
sijsje:
siskə (Q160p Bommershoven, ...
Q160p Bommershoven)
|
sijs [ZND 06 (1924)], [ZND m]
III-4-1
|
| 17752 |
sik |
bokkenbaardje:
bokəbøͅtsjə (Q160p Bommershoven)
|
Een sikje (puntig baardje aan de kin). [ZND 06 (1924)]
III-1-1
|
| 28694 |
sikkel |
zichel:
zī.xǝl (Q160p Bommershoven)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
| 33981 |
singel |
singel:
siŋǝl (Q160p Bommershoven)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
| 22703 |
sinterklaas |
sinterklaas:
sintərklo[ə}s (Q160p Bommershoven, ...
Q160p Bommershoven)
|
Sint-Niklaas. [ZND 06 (1924)]
III-3-2, III-3-3
|
| 33587 |
sjalot |
sjalot:
šaloͅtə (Q160p Bommershoven)
|
sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
| 33550 |
sla, algemeen |
salade:
slōͅə.t (Q160p Bommershoven)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
| 25342 |
slachten |
slachten:
sláxtǝ (Q160p Bommershoven)
|
Doden van vee met de bedoeling het als voedsel te gebruiken. Wat het woordtype "dooddoen" betreft, merken verschillende informanten (in K 353, P 50, P 177, P 179, P 180, P 185) op, dat het verouderd is. [JG 1a + 1b + 2c: R 14, 231 add.; S 33; monogr.]
II-1
|