e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
valsspeler foetelaar: foetelèèr (Boorsem) [Spel]: Valsspeler. III-3-2
van hoge afkomst van hoge afkomst: van hoage aafkoms (Boorsem), van rijke afkomst: van rīēkə aafkóóms (Boorsem) van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)] III-2-2
van veren wisselen ruizelen: rȳ.zǝlǝ (Boorsem) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vang praam: prām (Boorsem) Algemene benaming voor de gehele reminrichting aan het aswiel van windmolens. De vang bestaat uit een houten of stalen ring, al dan niet uit één stuk, die onder invloed van een zwaar gewicht, de vangbalk , om een houten wiel wordt geklemd. Het afremmen van de as met het gevlucht gebeurt aan de voet van de molen of op de zwichtstelling met behulp van het vangtouw. Zie ook afb. 51. Men onderscheidt twee typen vanginrichtingen, namelijk de blokvang en de hoepelvang. Tot de blokvang behoren de Vlaamse vang en de Hollandse vang of stutvang. De hoepelvang kan worden onderverdeeld in de houten- en stalen hoepelvang. Zie voor de benamingen van de diverse typen van vanginrichtingen de lemmata ɛhoepelvangɛ, ɛblokvangɛ, enz.' [N O, 12a; A 42A, 79; Sche 57; monogr.; N D, 33 add.] II-3
vangen vangen: [Paragraaf: onregelmatige werkwoorden].  vange (Boorsem) vangen III-1-2
varken varken: vɛ.rǝkǝ (Boorsem) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken met een te hoge rug gepokkeld (bijvgl. nmw.): gǝpokǝlt (Boorsem) [N 76, 18] I-12
varken met hangende oren landvarken: lāntvɛrǝkǝ (Boorsem) Varken van het ras dat hangende oren heeft. [N 76, 1a] I-12
varken met staande oren yorkshire: jǫrǝkšīr (Boorsem) Varken van het ras dat staande oren heeft. [N 76, 1b] I-12
varken van acht tot twaalf weken scheut: šø̄.t (Boorsem), scheuteling: šø̄tǝleŋ (Boorsem) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12