e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgharen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sip (kijken) beteuterd kijken: beteuterd kieke (Borgharen) sip kijken [SGV (1914)] III-1-4
sjalot sjalot: sjalot (Borgharen) [DC 13 (1945)] I-7
sjerp ceintuur: çuntuier (Borgharen) sjerp, brede sierband met strik, gedragen om het middel of over een schouder [N 23 (1964)] III-1-3
slaan houwen: hou dich um d`n oerə (Borgharen), hou dich um din oere (Borgharen), houwe (Borgharen, ... ), how dich um dĕn oere (Borgharen), slaan: slaon (Borgharen), sloon (Borgharen) ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] || slaan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] III-1-2
slaapmuts slaapmuts: sjlaopmûts (Borgharen) slaapmuts [pietermöts [N 25 (1964)] III-1-3
slabbetje, spuugdoekje zeverlapje: zeiverlepke (Borgharen) slabje, morsdoekje voor kinderen [slabbertje, slabberlepke, zeiverlepke, slepke, bavet(sje) [N 25 (1964)] III-2-2
slag slag: sjlaag (Borgharen), slaag (Borgharen), slêg (Borgharen) Klap. Hij gaf me een klap op mijn schouders. [DC 17 (1949)] || slag, klap, stomp [SGV (1914)] || slagen (mv) [SGV (1914)] III-1-2
slak slak: slek (Borgharen), slèk (Borgharen, ... ) slak [DC 17 (1949)], [SGV (1914)] || slak, alg. [SGV (1914)] III-4-2
slakkenhuis karakol: karakol (Borgharen), slakkenhuisje: slèkkenhuiske (Borgharen) slakkenhuis [DC 17 (1949)] || slakkenhuisje [SGV (1914)] III-4-2
slappe vilten hoed slappe hoed: sjlappenhood (Borgharen) hoed, slappe, vilten ~ met deuk [lösjhood, scheurhood] [N 25 (1964)] III-1-3