e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgharen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wan wan: wan (Borgharen) De platte, aan één zijde iets uitgeholde, doorgaans van stro gevlochten korf met twee oren die men gebruikte voor het wannen met natuurlijke wind. Zie afbeelding 13. [N 14, 38a; JG 1a, 1b, 2c; R 3, 64; monogr.; add. uit N 14, 37] I-4
wandluis wandluis: ged. WLD, ged. eigen spellingsysteem aan en oe: langger.  wandloes (Borgharen) wandluis, weegluis, het platte bloedzuigende insect dat zich overdag schuilhoudt in naden en spleten van houten vloeren enz. [wanlöws, platte pose, bertelemees] [N 26 (1964)] III-4-2
want haas: hèsje (Borgharen) wanten, met duim maar zonder vingers [N 23 (1964)] III-1-3
warm weerx warm (weer): werm (Borgharen) warm [SGV (1914)] III-4-4
was was: wasch (Borgharen) wasch [SGV (1914)] III-2-1
waterdichte laars waterstevel: waterstievel (Borgharen) laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)] III-1-3
waterput put: pøt (Borgharen), pøͅt (Borgharen) [Roukens 03 (1937)] [SGV (1914)] I-7
waterspin waterspin: ged. WLD, ged. eigen spellingsysteem a: doffe aa  watersjpin (Borgharen) waterspin [N 26 (1964)] III-4-2
weduwe wedevrouw: wēdəvrou̯ (Borgharen) weduwe [DC 05 (1937)] III-2-2
weduwnaar wedeman: wēdəmān (Borgharen) weduwnaar [DC 05 (1937)] III-2-2