| 18837 |
ernstig |
ernstig:
ernstig bedoeld (Q096a Borgharen),
gemeend:
gemeind (Q096a Borgharen),
menens:
meines (Q096a Borgharen)
|
het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)]
III-1-4
|
| 18047 |
etter |
gezweer:
gezweer (Q096a Borgharen)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 20525 |
flensje |
flensje:
flenske (Q096a Borgharen)
|
flensje [SGV (1914)]
III-2-3
|
| 19288 |
flikflooien |
flikflooien:
flikkefloeje (Q096a Borgharen)
|
flikflooien [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 18021 |
fluim |
fluim:
fluim (Q096a Borgharen)
|
fluim [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 21345 |
fluisteren |
fluisteren:
fluustere (Q096a Borgharen)
|
fluisteren [DC 16 (1948)]
III-3-1
|
| 28760 |
fluweel, velours |
velours:
flūr (Q096a Borgharen)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
| 33528 |
framboos |
framboos:
mv: -oze
framboze (Q096a Borgharen)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
| 18784 |
franje |
franje:
frānjǝ (Q096a Borgharen),
franjel:
frānšǝl (Q096a Borgharen),
fransel:
fraansjel (Q096a Borgharen, ...
Q096a Borgharen)
|
franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.]
II-7, III-1-3
|
| 22851 |
fuik |
fuik:
foek (Q096a Borgharen, ...
Q096a Borgharen)
|
fuik [SGV (1914)]
III-3-2
|