e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nijdnagel ijwortel: ē.wotəl (Borgloon) ik heb een nijdnagel (waar de huid langs de vingernagel inscheurt) [ZND 31 (1939)] III-1-2
niknak niknakje: neknakskəs (Borgloon), ni.kneͅkskəs (Borgloon) Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)] III-2-3
nog in het ei zittend kipje kieken: kii̯kǝ (Borgloon) [N 19, 40a] I-12
nok vorst: vjū.s (Borgloon) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
noodbed, kermisbed paljas: pəljas (Borgloon) noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)] III-2-1
notariskosten schrijfgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  sareͅ~fxēͅlt (Borgloon), zwart geld: ps. omgespeld volgens Frings.  zwatxailt (Borgloon) gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
noten afslaan boken: u = ongespannen achterkl. eerder op ndl. oo dan op ndl. oe  būkə (Borgloon) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
nylonkous nylonkous: nilā kōͅsə (Borgloon), nillon kouəsse (Borgloon) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
o.l.v.-hemelvaart onze-lieve-vrouw-halfoogst: oas-lieve-vrŏw half ōs (Borgloon), onze-lieve-vrouw-halve oogst: O.L.Vr haavenos (Borgloon), oslievevrouw haven ous (Borgloon) Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)] III-3-2
ochtend (vanmorgen middag: vòrnoen (Borgloon), ochtend: dizə morgə (Borgloon), s morgens: smørəs (Borgloon, ... ), s voormiddags: sfø̄rnuns (Borgloon) s morgens) [RND], [ZND 39 (1942)], [ZND m] III-4-4