e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte kwikstaart kwikstaartje: kwekstɛtšə (Borgloon), kwikstaitsə (Borgloon), scheper: Frings  sxē(i̯)pər (Borgloon), schepertje: scheejperke (Borgloon, ... ), Frings  sxēͅpərkə (Borgloon) kwikstaart [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] || kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)] III-4-1
witte muts met een strik onder de kin kornetje (<fr.): kərneͅitšə (Borgloon) mutsje, witte ~ dat met een strik onder de kin wordt vastgeknoopt [N 25 (1964)] III-1-3
witte muts met fijne plooien en een afhangend strookje capelinetje (<fr.): Kappelineke.  kapli.nəkə (Borgloon), moeder: mūdər (Borgloon) muts, witte ~ met fijne plooien om het voorhoofd en een afhangend strookje van achteren {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
witte muts met linten moedertje: mudərkə (Borgloon) muts, witte ~ met linten {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
witte muts met sierkrans en afhangende linten krullenmuts: kroͅləmuts (Borgloon) muts, grote witte ~ waarop een dikke hoefijzervormige krans met afhangende linten wordt gedragen {afb} [poffer-, kröl-, frul-, knip-, greute muts] [N 25 (1964)] III-1-3
wittebrood mik: mīk (Borgloon), mikje: Neen, men kent wel het bovengenoemde woord!  mi.kskə (Borgloon) Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || wit brood [ZND 01u (1924)] III-2-3
woelen woelen: wóule (Borgloon) Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, sjravelen, sjörge) [N 108 (2001)] III-1-2
woensdagx goensdag: gunzdox (Borgloon) woensdag [ZND 10 (1925)] III-4-4
wolfsgebit, gebroken gebit stang: staŋ (Borgloon), trens: trɛ.ns (Borgloon  [(twee stukken)]  ) Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43] I-10
wollen muts (kinderen) pulmuts: [sic]  pulmuts (Borgloon) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] III-1-3