e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cape mantille (fr.): Van Dale (FN): mantille, mantilla, mantille: hoofddoek. Van Dale: mantille (Fr.) 1. (hist.) hoofddoek met lange punten die voor de borst of op de rug samengeknoopt werden; - 2. korte vrouwenmantel zonder mouwen, van enigszins kostbare zwarte stof.  manti.l (Borgloon), pelerine (<fr.): peͅlərin (Borgloon) cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger] [N 25 (1964)] III-1-3
capuchon kap: kap (Borgloon), kḁp (Borgloon) capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] III-1-3
carbidlamp carbure-lamp: karby(3)̄rlamp (Borgloon) slagpen, stalen ~ en vuursteen in de tondeldoos te zamen (ketsgetuig) [N 20 (zj)] III-2-1
cariës rotte tanden: rotte tâân (Borgloon) Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, rotte tanden, cariës). [N 107 (2001)] III-1-2
carnaval carnaval: kArnəval (Borgloon) Carnaval. [ZND m] III-3-2
castreren boeten: bytǝ (Borgloon), bøi̯tǝ (Borgloon, ... ), bøu̯tǝ (Borgloon), knijpen: knę̃pǝ (Borgloon), lubben: løbǝ (Borgloon), pitsen: pītsǝ (Borgloon), snijden: snai̯ǝ (Borgloon), snɛi̯ǝ (Borgloon) Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11, I-12, I-9
centiem halve cent: ps. omgespeld volgens Frings.  haləf sēͅnt (Borgloon), ən haləf seͅnt (Borgloon) koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
colbertjasje korte pit: kotte pit (Borgloon), pit: pit (Borgloon, ... ) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] || jas, zwarte ~ met korte slippen [sem] [N 23 (1964)] III-1-3
communietaart gteau (fr.): gatōə (Borgloon), gatoͅu̯ (Borgloon), gātoͅu̯ (Borgloon) Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)] III-2-3
compagnie compagnie (fr.): koͅmpəni (Borgloon) compagnie [ZND 01 (1922)] III-3-1