e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodsteken afsteken: ǭfstęǝkǝ (Borgloon) Nadat het dier is verdoofd, wordt het ogenblikkelijk de keel doorgesneden, opdat het nog pompende hart het bloed uit het lichaam kan stuwen. De woordtypen in dit lemma kunnen zowel duiden op het doodsteken van een varken als op het doodsteken van een rund. Een bij de opgave toegevoegd object ''varken'', ''koe'', ''beest'' wordt niet in het woordtype opgenomen. [N 28, 11a; N 28, 11b, N 28, 12a; N 28, 13b, monogr.] II-1
doof doof: hi. su dōu.əv az enə morəp (Borgloon), is zoe dowf a ne pot (Borgloon) hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1
doofpot doofpot: doͅu̯fpoͅt (Borgloon) doofpot [N 05A (1964)] III-2-1
dooien dooien: dojə (Borgloon, ... ), dooije (Borgloon, ... ), t slaakt]: doͅgə (Borgloon), dojen  doͅjə, doͅidə, gədoͅit (Borgloon) dooien [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
dooier doren: doǝ.rǝ (Borgloon), dūǝrǝ (Borgloon) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: doup (Borgloon) Doop. [ZND 01 (1922)] III-3-3
doopdekentje doopsarge-tje: cf. WLD deel II, afl. 2.1. De Woning, p. 90 het lemma "deken", met het trefwoord "sarge"en zijn diverse uitspraakvormen; zie ook de opmerking van de redacteur i.v.m. de uitspraakvarianten van "deken"(dekken)  doͅupsa͂dəkə (Borgloon), neusdoek: nøͅysduk (Borgloon) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopjurkje doopkleed: do.upklɛ.it (Borgloon), doopkleedje: doͅupkleͅitšə (Borgloon), døͅypklēitjə (Borgloon) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopkleed [RND] III-2-2, III-3-3
doopmutsje doopmutsje: doͅupmøtskə (Borgloon), døͅypmutskə (Borgloon) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopvont doopvont: do.upfű.nt (Borgloon) doopvont [RND] III-3-3