e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
engerling, larve van de meikever engerling: idiosyncr.  engerling (Borgloon), keverworm: keverwørm (Borgloon) engerling, larve van de meikever die aan gras- en plantenwortels vreet [N 26 (1964)] || engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enkel enkel: ei.ŋkəl (Borgloon) enkel [ZND m] III-1-1
enten afgreffelen: āfxrɛfələ (Borgloon), griffelen: grefələ (Borgloon) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7
enter jaarling: jøǝrleŋ (Borgloon), jø̄rleŋ (Borgloon) Rund dat één jaar oud is. [N C, 9d; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20] I-11
entre-deux entre-deux: antǝrdø (Borgloon) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
envelop envelop (<fr.): ɛnvəlop (Borgloon) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie raal (zn.): [sic]  en ròa.l (Borgloon), ziekte die aanhalig is: daaie zikte is ownhowlig (Borgloon), dai zikdə iz onhō.ləch (Borgloon), ziekte die aanstekelijk is: dai zikdə iz onstī.kələk (Borgloon), ziekte die rondgaat: zikde dàj ró.ntgèt (Borgloon) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie, besmettelijke ziekte). [N 107 (2001)] III-1-2
erf erf: eͅrəf (Borgloon), mesthof: mēͅ.stəf (Borgloon), meͅi̯stəf (Borgloon), meͅi̯əstoͅf (Borgloon) I-7
erf en omliggende landerijen goed: ˲xōu̯t (Borgloon) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
ernstig gemeend: ’t eͅs xəmeͅi̯nt (Borgloon), menens: meͅi̯nəs (Borgloon) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4