e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat, opening gat: gōͅət (Borgloon), ps. boven de # (= omgespeld!) moet nog een dakje (^) staan; deze combinatieletter is niet te maken!  goͅ.t (Borgloon), kot: kut (Borgloon), idiosyncr.  e koet (Borgloon) gat [ZND 01 (1922)] || gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) koter: kytər (Borgloon), idiosyncr.  twie kutter (Borgloon) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gebakje koekje: kykskə (Borgloon), taartje: turtšə (Borgloon) Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen aardappelschijfjes: jāpəlsxɛfkəs (Borgloon), schijfjes: {sx\\fk\\s bak\\  sxəfkəs (Borgloon) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebit gebeet: gǝbei̯.t (Borgloon), gebit: gəbêî.t (Borgloon), çəbēī.t (Borgloon), t ch\\b.it van d\\n\\ man iz noch h.i gut  gøt gəbɛ.it (Borgloon) een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog helemaal gaaf. [ZND 45 (1946)] || gebit [ZND m] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] I-9, III-1-1
gebouw bètiment (fr.): bø&#x0304təmēͅnt (Borgloon, ... ), gebouw: gəbā (Borgloon, ... ), gəbōu̯ (Borgloon, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebreide kous strikkous: strikkouəs (Borgloon), vgl. koos  strikōͅs (Borgloon) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts gestrikt mutsje: gəstrik mutskə (Borgloon), muts: muts (Borgloon), poldermuts: poͅldərmuts (Borgloon) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] || vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)] III-1-3
gebrekkig persoon arm schaap: ɛrəm schūp (Borgloon), mankelijke mens: ne manklike minsch (Borgloon) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebroeders; niet gebruiken gebroers: gəbry(3)̄rs (Borgloon) gebroeders [ZND m] III-2-2