e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grauwe klauwier ekstroei-antwerpen: Frings  eͅkstruj antweͅrəpə (Borgloon) grauwe klauwier (17 zomervogel; broedt in doornstruiken; prikt gevangen diertjes op iets scherps vast; vrij zeldzaam geworden [N 09 (1961)] III-4-1
grauwe vliegenvanger grijze vliegenvanger: gra:zə vli.gəvaŋər (Borgloon), vliegenvanger: Frings  vle(i̯)gəvaŋər (Borgloon), vliegenvangertje: Frings  vleͅi̯gəvaŋərkə (Borgloon) grauwe vliegenvanger (14 gewone zomervogel; grauw met gestreepte borst; vangt vanuit uitkijkpost vliegende insecten; nest van vezels, draad en haar onder een afdakje [N 09 (1961)] || Hoe heet de grauwe vliegenvanger? [DC 06 (1938)] III-4-1
graven graven: growve (Borgloon), grōvə (Borgloon) graven [ZND 25 (1937)] III-1-2
grazen grazen: grãzǝ (Borgloon), grǭzǝ (Borgloon) Zie afbeelding 8. [N 3A, 10; monogr.] I-11
grendel grendel: grɛi̯ŋǝl (Borgloon) Opgenomen zijn de benamingen voor een schuifgrendel in het algemeen. Het materiaal liet niet toe na te gaan of er mogelijk verschil in benamingen is tussen een ronde of een platte grendel. In P 211 is een grendel rond en een schaaf plat, in Q 196 is een schoude plat. Voor andere plaatsen is een dergelijk onderscheid niet onwaarschijnlijk. Onder het woordtype schoude zijn enkele op -x-auslautende vormen geplaatst die wellicht ook verband houden met onder schaaf geplaatste vormen. Niet met zekerheid kon worden nagegaan of er sprake was van een wisseling f - g (schaaf) of van j - g (schoude). Onder vregel moet wel een draaibare grendel worden verstaan; onder sloop een grote, zware grendel en onder veter een hangslot. [N 7, 47; L 6, 50; L 35, 86; div.; monogr.] I-6
grenssteen, grenspaal reensteen: ręi̯nstęi̯n (Borgloon) De steen of paal die de grens tussen akkers aangeeft. Langs de grenzen van landerijen worden meest op de hoeken, maar ook op verschillende plaatsen elders dergelijke dikke stenen of palen geplaatst als grensmerkteken. [N 11, 9; JG 1b, 1c, 2c; L 35, 87; L 41, 24; monogr.] I-8
griesmeelpudding semoule (fr.): smul (Borgloon) Crème van griesmeel, griesmeelpudding (semoel?) [N 16 (1962)] III-2-3
griffel griffel: də grifəl (Borgloon) De stift, waarmee op die lei wordt geschreven. [ZND 37 (1941)] III-3-1
grijpen naar grijpen: grē.pe (Borgloon), pakken: pakə (Borgloon) grijpen [ZND m] || Naar iets grijpen [ZND 35 (1941)] III-1-2
gril kuren: ook materiaal znd 29, 16  ky(3)̄rə (Borgloon), küre (Borgloon), loet: ook materiaal znd 29, 16  loete (Borgloon) kuren (znw) [ZND 01 (1922)] III-1-4