e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L428p plaats=Born

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korter maken afsnijden: aafsnie⁄jen (Born) een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)] III-3-1
kostbaar kostbaar: kostbaar (Born) veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)] III-3-1
kosten doen: wat doon de bagge? (Born) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
koster koster: köstər (Born) koster [RND] III-3-3
kostschool pensionaat (<fr.): pensionaat (Born) een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: karbonaai (Born) gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)] III-2-3
koud zetten koud zetten: koud zetten (Born) Een volk dat te groot is, zet men op een plaats waar eerst geen korf stond. Hierdoor wil men het laten afvliegen, d.w.z. de vliegbijen laten weggaan. [N 63, 94a] II-6
koud, mistig en somber weer dompig (weer): dómpig (Born), droevig (weer): dreuvig (Born), duister (weer): duister (Born), mistig (weer): mistig (Born, ... ), zuur (weer): zoer wèèr (Born) koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] || mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)] III-4-4
koude bouw koudbouw: kātbuw (Born) Manier van raten bouwen waarbij de raten met de smalle kant naar het vlieggat zijn gekeerd, dwars op het vlieggat. De term koude bouw duidt niet op temperatuur. [N 63, 17b; N 63, 17c] II-6
koudvuur koudvuur: kàodvuur (Born) Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 84 (1981)] III-1-2