| 18240 |
paillette |
paillette (fr.):
palet (L428p Born)
|
een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 17874 |
pak slaag |
rammel:
rammel (L428p Born)
|
Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 18170 |
pak, kostuum |
pak:
pak (L428p Born)
|
een herenkostuum [N 59 (1973)]
III-1-3
|
| 24293 |
paling, aal |
aal:
ēel (L428p Born),
geen verschil
ēel (L428p Born)
|
aal, paling [DC 10 (1941)]
III-4-2
|
| 19434 |
pannen schuren |
schuren:
šūrə (L428p Born, ...
L428p Born)
|
metaal met behulp van water en zand of andere schurende middelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 18295 |
pantoffel |
pantoffel:
pantoffele (L428p Born),
pantofəl (L428p Born),
slof:
maar niet meer gebruikt
slof (L428p Born)
|
Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || pantoffel [ZND 40 (1942)]
III-1-3
|
| 20558 |
pap |
pap:
pap (L428p Born)
|
brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20560 |
parelen |
kringelen:
kringelen (L428p Born)
|
parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 18406 |
parfum |
reukwater:
ruikwater (L428p Born)
|
reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 28840 |
pasband |
pasband:
pasbē̜ntj (L428p Born)
|
Linnen bandje dat in een kledingstuk wordt meegenaaid om uitrekken te voorkomen. [N 59, 41; MW]
II-7
|