24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
WLD
angel (L428p Born)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
19312 |
angst |
angst:
angst (L428p Born)
|
het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33621 |
anjelier |
fletje:
fletje (L428p Born)
|
[DC 17 (1949)]
I-7
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
violet:
-
flétjə (L428p Born)
|
tuinanjer [DC 17 (1949)]
III-2-1
|
21829 |
antwoorden |
antwoorden:
antjwoorden (L428p Born)
|
ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21119 |
appels van de boom schudden |
schudden:
WLD
schudden (L428p Born)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
21848 |
arbeid |
werk:
werk (L428p Born)
|
het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24937 |
arduin, hardsteen |
hardsteen:
hard stein (L428p Born)
|
hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25272 |
are, maat van 100 m2 |
are:
are (L428p Born)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33100 |
aren lezen |
zomeren:
zø̄mǝrǝ (L428p Born)
|
Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2]
I-4
|