e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Born

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stormx storm: stōrm (Born) storm, zeer hevige, zekere tijd aanhoudende wind [tempeest] [N 81 (1980)] III-4-4
stortplaats stort: stòrt (Born) de plaats waar vuilnis gestort mag worden [stort] [N 90 (1982)] III-3-1
stoten stuiken: stoeken (Born) Stoten: een schokkende of krachtige duw geven (stoken, stuiken). [N 84 (1981)] III-1-2
stoven smoren: smooren (Born) stoven; Hoe noemt U: Met weinig vet op laag vuur gaar laten worden (smoeren, stoven, wallen) [N 80 (1980)] III-2-3
straat straat: sjtròòt (Born) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straatgoot goot: géut (Born) een geul langs de weg waarlangs afvalwater kan wegstromen [N 90 (1982)] III-3-1
streng strang: strang (Born) niet toegevend, weinig vrijheid veroorlovend, stipt oordelend volgens wet of voorschrift [strak, streng, hard] [N 85 (1981)] III-1-4
stroef stijf: stief (Born) niet gemakkelijk in de omgang, stroef [stoer, stuurs, zuur, strak, straf] [N 87 (1981)] III-3-1
stronk van de knotwilg vot: WLD  vot (Born) Het korte onderstuk van een wilg wanneer de takken vlak boven de grond worden afgekapt. [N 82 (1981)] III-4-3
stronk, boomstronk storkel: štorkǝl (Born), stronk: štroŋk (Born) Wat blijft staan, de stomp met wortels, als een boom omgehakt is. [N 27, 8a; R 3, 2; Wi 11; L 7, 59; L B2, 343; Vld.; monogr.] I-8