e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boukoul

Overzicht

Gevonden: 1309
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraanvogel kroenekraan: krōē.nekraan (Boukoul) kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)] III-4-1
krabben kratsen: (zich) kratse (Boukoul), kratse (Boukoul), schobben: (zich) sjoebe (Boukoul) krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
krakeling brezel (du.): Syst. WBD  britsel (Boukoul) Krakeling (britsel, ring?) [N 16 (1962)] III-2-3
kramsvogel sjakker: sjakker (Boukoul) kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)] III-4-1
krentenbol krentenbol: Syst. WBD  kri.ntebó.l (Boukoul) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: Syst. WBD  kri.ntemik (Boukoul), rozijnenmik: Syst. WBD  rezīē.’nemik (Boukoul) Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kroeshaar kroeshaar: krōēshaor (Boukoul) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krols loops: lui.ps (Boukoul), løͅi̯ps (Boukoul) loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
kruidwis kruidwis: (mnl.).  krōē.twès (Boukoul) kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2
kruim kruim: Syst. WBD  krōēm (Boukoul) Het zachte binnenste van het brood (kruim?) [N 16 (1962)] III-2-3