e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinkkuil in de wei waterkuil: wātǝrkø̄i̯l (Bree) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droesem bezinksel: bezinksel (Bree), dons: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m (oo op ¯t einde iets doffer)  doons (Bree) droesem [ZND 23 (1937)] || droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] III-2-3
droge plekken in moeras hoogte: hext (Bree), horst: hǫrst (Bree) Hoger gelegen, droge plekken in een moerasgebied. [N 27, 21a; R 3, 9] I-8
drogen, droog worden (van gemaaid gras) opdrogen: ǫp˱drīgǝ (Bree) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
dronkaard zatlap: zaatlap (Bree), zuiper: zûplap (Bree) dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)] III-2-3
dronken een stuk in zijn voeten: èè stèk in zi-jn veet höbbe (Bree), zat: zaat (Bree, ... ), De zate (of zaje) kluut zag hiêl filosufisch: es ich zaat bön, zi-jt det ederein, en es ich dorst höb, zi-jt det neme(s) Zuu zaat wie èè knòn(of wi-j eine Zwitser) Zuu zaat es ein snep:(omdat een snip zigzaggend van de grond opvliegt) Neet te laat en neet te zaat Eine zaje patat: een dronkenlap  zaat (Bree), een verb. vorm van zaat  zaai (Bree) bedronken || dronken [N 10 (1961)] III-2-3
dronken zijn hem om hebben: hem óm höbbe (Bree) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
droog blijven het blijft droog: het ble-jft driêg (Bree), het blijft over: het ble-jft iêver (Bree), t blijft over]: hət wēͅr bléjft ivər (Bree), ’t blift ivər (Bree), ’t geit miêgelik règene (Bree) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] || droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
droog weer droog: drieg (Bree, ... ), drîêch (Bree) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogdoek, theedoek handdoek: handdook (Bree) Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)] III-2-1