18904 |
dwaze, onbezonnen daad |
stommiteit:
stòmmeteit (L360p Bree)
|
een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
dweil:
dweil (L360p Bree, ...
L360p Bree),
opnemer:
oepnemer (L360p Bree),
opnemer (L360p Bree, ...
L360p Bree),
òpnemer (L360p Bree),
Ze hauwe eine dweil ligke viêr de kiêkediêr òm de veet op aaf te vège
opnemer (L360p Bree)
|
dweil || Hoe heet de doek uit grof linnen waarmee vocht van de vloer wordt opgenomen ? [ZND 48 (1954)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
schrobben:
(wat ook betekent: het vee verzorgen).
sjómmele (L360p Bree)
|
Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)]
III-2-1
|
19260 |
dwingen |
dwingen:
dwinge (L360p Bree)
|
het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33217 |
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel |
naaldenriek:
nǫldjǝrēk (L360p Bree)
|
[N 18, 24]
I-5
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
odeklon (L360p Bree)
|
reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
25024 |
echo |
echo:
echo (L360p Bree),
galm:
galm (L360p Bree)
|
een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33297 |
echte koekoeksbloem |
koekoeksbloem:
kukusblōm (L360p Bree)
|
Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.]
I-5
|
20394 |
echtgenoot |
halve trouwboek:
mi-jnen hauven treiwbook (L360p Bree),
mens:
mi-jne mins (L360p Bree),
mins (L360p Bree)
|
de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] || man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
halve trouwboek:
niet duidelijk wat mannelijk of vrouwelijk is
mi-jnen hauven treiwbook (L360p Bree),
vrouw:
vruiw (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || echtgenote || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)]
III-2-2
|