e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
evenaar, tweespanszwenghout dobbele [eghaam]: dǫbǝlǝn [eghaam] (Bree), warse kluppel: wē̜.rsǝ klępǝl (Bree), zware [eghaam]: zwǭrǝn [eghaam] (Bree) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2
evene evie: īǝ.vi (Bree) Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31] I-4
ezelsrug kapversiering: kap˲vǝrsē.reŋ (Bree) Een uit metselstenen vervaardigd en aan weerszijden enigszins overstekend, kapvormig bovendeel van een muur. Zie afb. 43. [N 31, 43a; monogr.] II-9
fakkel fakkel: fakkel (Bree) In een licht ontvlambare stof gedrenkt stuk hout als verlichtingsmiddel (fakkel, toorts, askel, lont) [N 79 (1979)] III-2-1
familie familie: fami-jlie (Bree), volk: vuik (Bree) familie || het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 115 (2003)] III-2-2
fatsoenlijk fatsoenlijk: Das ⁄n fetsoonlijke mensh (Bree), des eine fetsuunleke minsch (Bree), des ēͅjne fətsynləkə mens (Bree) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] III-1-4
feest feest: feest (Bree), fiest (Bree, ... ), fiəst (Bree), fīəst (Bree), kermis?: Bi-j di-j minse sji-jnt het alle daag körmes te zeen.  körmes (Bree) 3. Feest. || De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feest van sinter-greef halfvasten: haufvastə (Bree) Het feest van Sinter-Greef (half vasten) [grevin, greve, miknem]. [N 88 (1982)] III-3-2
feestdag van maria onze-lieve-vrouwedag: uize livvevruiwendaag (Bree) Een feestdag van de H. Maagd Maria in het algemeen (Lievevrouwedag, Mariadag). [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-antonius abt sint-teunis: sint tiênis (Bree) 17 januari, H. Antonius Abt [Sint Teunis, Sint Tönnis, Verkesteunis]. [N 96C (1989)] III-3-3