| 24338 |
jong van een dier |
bagge:
Bree Wb. big
bagk (L360p Bree),
jong:
joŋk (L360p Bree),
lammetje:
Bree Wb. lammetje
lemke (L360p Bree),
veulen:
Bree Wb. veulen
viêle (L360p Bree)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)]
I-11, III-4-2
|
| 34025 |
jong van een rund |
jong:
jǫŋk (L360p Bree),
kalf:
kalf (L360p Bree)
|
[N 3A, 4]
I-11
|
| 34314 |
jong varken |
bag:
bag (L360p Bree),
baq (L360p Bree),
bax (L360p Bree),
baggen (mv.):
bage (L360p Bree),
baqǝ (L360p Bree),
bagje:
bɛkskǝ (L360p Bree),
klein varkentje:
klęi̯n vɛrkskǝ (L360p Bree)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
| 34551 |
jonge gans |
gansje:
gęnskǝ (L360p Bree)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
| 34448 |
jonge geit |
geitje:
gē̜i̯tšǝ (L360p Bree),
lammetje:
lęmǝkǝ (L360p Bree)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
| 34481 |
jonge kip |
pul:
pøl (L360p Bree),
pø̜l (L360p Bree),
pęl (L360p Bree)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
| 20314 |
jonge vrouw |
wicht:
èè wècht (L360p Bree)
|
jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
| 20159 |
jongen |
jong:
jóóng (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)]
III-2-2
|
| 20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
vrijer:
vri-jer (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 20380 |
jongen met wie men verloofd is |
aanstaande:
aanstaande
aanstoanzje (L360p Bree),
vrijer:
vri-jer (L360p Bree)
|
verloofde || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|