e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knellen pijn doen: (pitse mich)  doon mich pien (Bree), pitsen: pitse (Bree), pitsen (Bree, ... ) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen nijpen: ni-jpe (Bree), pijn doen: doon mich pien (Bree), pitsen: (pitse mich) (Bree), pitse (Bree), pitsen (Bree, ... ) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] || drukken en daardoor pijn veroorzaken, gezegd van schoenen die te klein zijn [knellen, klemmen, drukken] [N 86 (1981)] III-1-3
kneu heiknijper: heikn-jper (Bree), heivink: heivink (Bree), knuitertje: knitərkə (Bree) kneu [ZND 43 (1943)] III-4-1
kneuzen blutsen: blevətsen (Bree), blutsen (Bree), Bree Wb.  blutse (Bree) blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)] || Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
knevels knevels: knēvǝls (Bree) Beide haakjes aan de bitringen, die aan het hoofdstel worden opgehangen. [N 13, 45] I-10
knie knie: kne. (Bree), knej (Bree), kni-j (Bree), knie (Bree), knij (Bree, ... ), kniy (Bree) [ZND B1 (1940sq)]knie [N 10b (1961)], [RND], [ZND 28 (1938)] III-1-1
knieband voor een stier of kalf knieband: knējbant (Bree), kniebanden: knejbanǝ (Bree), knielap: knilap (Bree) IJzeren, soms houten beugel of ring aangebracht ter hoogte van de knie, meestal met een touw om de horens. Deze knieband wordt bevestigd om de koeien los te kunnen laten lopen en tevens ze in bedwang te kunnen houden. [N 3A, 14c; monogr.] I-11
knieholte hees: heəzə (Bree), hiese (Bree) hoe heet men de knieboog, d.w.z. de plooi achter in het been op de hoogte van de knie ? [ZND 36 (1941)] III-1-1
knielbankje kniebankje: kni-jbenkske (Bree) Het knielbankje van de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
knielen knielen: kniele (Bree) Knielen, een kniebuiging maken [kniele, kneele, kneije?]. [N 96B (1989)] III-3-3