e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
overhemd hemd: himme (Bree), overhemd: ivərhemə (Bree), sporthemd: spoͅrthemə (Bree), voorhemd: viêrhimme (Bree) overhemd || overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)] III-1-3
overhoef gespelterd: gǝspęltǝrt (Bree  [(spelteren: spinteren)]  ) Verdikking van het kroonbeen boven de hoef. De knobbels op de kroonrand kunnen het gevolg zijn van eigen kroonbetrappeling, verstuiking en misstappen op een oneffen boden, of door betrappeling van andere paarden, vooral bij het draaien op het veld. Als deze beenwoekering groot van omvang is, wordt het kroongewricht stijf en gaat het paard kreupel. Zie afbeelding 14. [N 8, 90m] I-9
overhoop halen overhoop halen: iêverhuip halen (Bree), overhoop zetten: îêverhuip zótte (Bree) Overhoop halen (modden). [N 84 (1981)] || Overhoop halen (modden, onderste boven / ondereen / overhoop halen) [N 108 (2001)] III-1-2
overjas (alg.) duffel: defəl(kə) (Bree), jas: jas (Bree), overjas: ieverjas (Bree, ... ), ivərjas (Bree, ... ), iêverjas (Bree, ... ), īəvərjās (Bree) herenoverjas; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)] III-1-3
overkoot doorknikken: dȳrknekǝ (Bree) Het voorwaarts doorknikken van de koot van het voorbeen van het paard als gevolg van een verstuiking of van een forcering door te hard te trekken. Zie afbeelding 13. [JG 1b; N 8, 73b, 93a, 93b en 95m] I-9
overlangs heen en weer eggen in het lang [eggen]: ęn t laŋ (Bree), langseenaf [eggen]: laŋs˱ęi̯nāf (Bree) Bedoeld wordt de manier van eggen, waarbij men in de lengterichting werkend, na het keren de volgende egbaan onmiddellijk (soms met een kleine overlapping) laat aansluiten bij de vorige. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c + 1d; JG 2c; N 11, 84a; N 11A, 176c + 189c; monogr.] I-2
overleg beraad: beroad (Bree) de beraadslaging, het overleggen met anderen [beschik, beleid, bezeei, beraad, overleg] [N 85 (1981)] III-3-1
overleggen overleggen: iêverlègke (Bree) anderen raadplegen, een zaak met een ander bespreken [overleggen, ordenen, beraadslagen] [N 85 (1981)] III-3-1
overloop opkom: oͅpkoͅm (Bree) de vloer tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers (Fr. palier) [ZND 33 (1940)] III-2-1
overmoedig gedrag lef hebben: lef höbbe (Bree) overmoedig, roekeloos gedrag [cranerie] [N 85 (1981)] III-1-4