e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schrikachtig schouw: šø̄u̯ (Bree) Gezegd van schichtige, schuwe paarden, die angst hebben voor plotselinge geluiden en bewegingen. Zij slaan dan eventueel op hol, zodat zij streng aan de lijn gehouden dienen te worden. [JG 1a; N 8, 64j en 64k] I-9
schrikken verschieten: versjete (Bree) door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] III-1-4
schrobben schrobben: sjròbbe (Bree), sxrobə (Bree) schrobben [ZND m] III-2-1
schrobbezem schrobbens: sjróbbes (Bree), schrobbezem: sjróbbessem (Bree), šroͅp˂bɛsəm (Bree), schrobborstel: sjròbborstel (Bree), sjróbborstel (Bree), šrōp˂boͅrstəl (Bree), šroͅboͅrstəl (Bree), šroͅp˂boͅrstəl (Bree) bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] || borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || schrobborstel III-2-1
schroeien schrillen: sjrille (Bree, ... ), schroeien: sxruiə (Bree), snerken: snörke (Bree) Aan de oppervlakte verbranden (blesteren, verbranden, schroeien, zengen, schroken, schoepen) [N 79 (1979)] || bijna verbranden || schroeien || schroeien, zengen (branden zonder vlam; van stof) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
schrokken moffelen: móffele (Bree), vreten wie een varken: vrète wi-j èe verke (Bree) schrokken; Hoe noemt U: Gulzig eten (schrokken, slokken, vreten, verschrokken, schoffelen, wolven, zwelgen, worgen, moffelen, buffelen, schransen) [N 80 (1980)] III-2-3
schub schub: Bree Wb.  sjöbbe (Bree) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schuchter bleu: ook materiaal znd 21, 36  blú (Bree), verlegen: verlège zeen (Bree) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] || schuchter (bloode) [ZND 01 (1922)] III-1-4
schudden met de riek kleinhouwen: klęi̯nhǫu̯ǝ (Bree), schudden: šędǝ (Bree) Bij het mest spreiden maakt men met de riek telkens al schuddende een slingerende beweging. [N M, 12b; N 11A, 24; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
schuier klederborstel: kleijerborstel (Bree), klei̯jərboͅrstəl (Bree), of: klÆ?\\r~ (twijfel of het een diftong moet zijn)  klɛ̄iərboͅrstəl (Bree) borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1