e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taaie pannenkoek leren lap: Syst. Frings mnl.  lɛ̄rə lap (Bree), leren thijs: lèren ti-js (Bree), Syst. Wbk. van Bree  lèren ti-js (Bree) een taaie pannekoek b.v. gebakken zonder gist || Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taal taal: taal (Bree) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
taart gteau (fr.): Syst. Frings mnl.  gatō (Bree), Syst. Wbk. van Bree  gato (Bree) Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
taats van het staakijzer taats: tāts (Bree) Het onderste, pinvormige gedeelte van het staakijzer dat draait in een pan die ingewerkt is in een op een ijzeren balk gemonteerd stalen blok. [Vds 103; Jan 141; Coe 124; Grof 147; A 42A, 24] II-3
taatspot van het staakijzer taatspot: tātspǫt (Bree) De in een stalen blok ingewerkte pot of pan die in watermolens dient als lager van het staakijzer. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛtaatspot van de kleine spilɛ. In de watermolen van P 51 gebruikt men een arduinsteen of kasseisteen als lager. Het woordtype kogellager (l 368, P 55) is specifiek van toepassing op een met stalen kogeltjes gevulde bus waarin het staakijzer draait.' [Vds 104; Jan 142; Coe 125; Grof 148; A 42A, 25; N O, 16g] II-3
tabak toebak: Det is mich nog gein pi-jp tûbik wèèrd: het is me niets waard  tûbik (Bree), Det is straffen tûbek: dat is nogal kras  tûbek (Bree) tabak III-2-3
tabak snuiven snuiven: e.a. opgaven  snōfen (Bree) tabak snuiven [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabakspot tabakspot: tybekspoͅt (Bree), toebakspot: tøu̯wbakspoͅt (Bree) kruik, stenen ~; inventarisatie benamingen (gistkruik); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
tabakspruim rolletje: rolke (Bree, ... ), In grootvaders tijd  rölke (Bree), sjiek: sik (Bree), Fr. chique  sjiek (Bree) een propje pruimtabak || prop pruimtabak || pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (Bree, ... ), Wèè binne het joar eine toafelpuut tösse dew bein hèèt, is ofwaal getruidsj, ofwaal wevenèèr Ein gooj toafel: waar goed gegeten wordt Eme(s) ònder de toafel drinke  toafel (Bree) de tafel afvagen [ZND 32 (1939)] || een schoon tafel krassen (met een spijker, enz.) [ZND 28 (1938)] || tafel III-2-1